Schrijf je persoonlijke gebruiksaanwijzing

De Nederlandse techondernemer Alexander Klöpping stuurde onlangs een opvallende nieuwsbrief uit.
Toen hij nog baas en oprichter van Blendle was, schreef hij een gebruiksaanwijzing voor zijn collega’s hoe ze met hem moesten omgaan, wat zijn eigenaardigheden waren etc … Hij ging toen nog een stapje verder en publiceerde die zelfs integraal online voor iedereen om te lezen. Toen ging dat onder meer over het feit dat hij heel vaak korte mails stuurde als ‘ok’ en dat dat zijn manier was om te communiceren. Dat wilde niet zeggen dat hij kortaf was of boos was, het was gewoon zijn manier om de vele mails de baas te kunnen.
Het werd zelfs zo’n hype dat de gebruiksaanwijzing zelfs een vaak gebruikte schrijftaak werd binnen onderwijs, waarbij leerlingen aan het begin van het jaar gevraagd werd om ook een handleiding van zichzelf te schrijven.

Nu is Alexander vooral podcaster en techondernemer van kleinere ondernemingen en is zijn gebruiksaanwijzing minder van toepassing. Toch kwam hij die onlangs nog eens toevallig tegen en stofte hij die even af en zette die integraal in zijn nieuwsbrief.

Het is een erg open, soms confronterend lijstje, maar anderzijds denk ik ook van schreef iedereen maar eens zo’n handleiding. Het zou de communicatie en werking binnen een bedrijf zoveel transparanter en opener maken. Maar ook voor jezelf is het een super interessante oefening om eens na te denken wat je sterktes en zwaktes zijn in je werkleven, wat je heel leuk vindt en waar je zenuwachtig van wordt. Gewoon al voor jezelf die oefening maken, kan zo verhelderend zijn.

Lees eerst maar eens Alexander zijn persoonlijke gebruiksaanwijzing en bewonder zijn openheid en kwetsbaarheid.

Mijn gebruiksaanwijzing

  1. Ik optimaliseer voor vrijheid, ten koste van veel dingen.
  2. Ik neem graag risico’s. Carrièresucces is niet mijn primaire doel en ik geef niet veel om veiligheid en zekerheid.
  3. Ik ben een optimist, gericht op de toekomst. Ik vind het verleden saai.
  4. Ik verander vaak van mening, maar blijf meestal trouw aan onderliggende ideeën en principes.
  5. Ik word gedreven door intellectuele uitdagingen, een gevoel van zingeving en creativiteit.
  6. Ik ben geïnteresseerd in ideeën en abstracte concepten. Ik vind het leuk om geconfronteerd te worden met nieuwe informatie, zelfs als die complex is. Ik ben enorm nieuwsgierig. Als m’n nieuwsgierigheid niet geprikkeld wordt, word ik chagrijnig.
  7. Ik lees vooral idee-gerichte boeken. 80% is non-fictie. Ik ben welbespraakt en kan ideeën helder en snel formuleren.
  8. Ik wil bij problemen altijd de processen fixen, in plaats van enkel het probleem. Hetzelfde probleem twee keer moeten oplossen maakt me chagrijnig.
  9. Ik ben soms erg extravert én soms introvert. Ik ben enthousiast, spraakzaam en assertief in sociale situaties. Ik voel geen spanning om voor een zaal van 10.000 mensen te staan. Individueel sociaal contact geeft me veel energie. Maar, het kan me ook leegslurpen. Ik weet niet zo goed waarom.
  10. Ik ben koppig, dominant, scherp, sceptisch en competitief. Ik ben ook direct, soms zelfs bot, maar zeg niet altijd waarom, waardoor je misschien niet weet waar je aan toe bent. (Ik probeer dat te verbeteren)
  11. Ik offer zonder problemen harmonie op om een punt te maken of dingen gedaan te krijgen, ook al is dat soms pijnlijk.
  12. Ik ben niet erg flexibel of geduldig en kan soms buitengewoon veeleisend overkomen. Laat het me weten als je daar last van hebt. Ik waardeer die feedback, dan zal ik het dimmen. Het is niet altijd bewust.
  13. Door mijn sceptische instelling heb ik soms moeite samen te werken met anderen, ook al zijn hun bedoelingen oprecht. Ik kan daardoor eigenlijk alleen hoog in de hiërarchie functioneren.
  14. Het zit niet in mijn aard om successen te vieren of goed werk te belonen. Ik deel niet makkelijk complimenten uit. Ik weet dat sommigen dat lastig vinden.
  15. Ik geniet oprecht van discussies. Zelfs als de gemoederen verhit raken. Zo vorm ik mijn meningen en ideeën. Daarom vat ik meningsverschillen niet persoonlijk op – ik zie het als een manier om ideeën en meningen te laten evolueren. Het is voor mij een pluspunt als een verhitte discussie leidt tot verandering bij één van ons.
  16. Ik kan niet tegen oppervlakkig contact of small talk. Als dat gebeurt zone ik out, of ga ik contact forceren.
  17. Ik ben erg assertief en kan het niet laten om in onduidelijke situaties de leiding te nemen.
  18. Ik heb de neiging problemen snel en hardhandig op te lossen. Ik schakel meteen over op probleemoplossende modus, terwijl mensen misschien vooral een luisterend oor willen. Ook daar moet ik aan werken.
  19. Rommel, wanorde en chaos brengen me niet van mijn stuk. Ik merk zulke dingen gewoonweg niet op (en maak me er vaak niet druk om). Mijn schema’s zijn los, mijn tijd ongestructureerd en routine en voorspelbaarheid zijn aan mij niet besteed. Toch vereist mijn werk dat vaak wel. Het gaat me niet natuurlijk af en de enige manier om het te laten werken is te leven volgens mijn agenda. Wanneer ik de tijd neem om creatief te zijn daarentegen, verwelkom ik juist de chaos die daarmee gepaard gaat. Ik weet dat creativiteit me productief maakt.
  20. Ik kan slecht switchen van context: het liefst besteed ik een hele dag aan creatief zijn, een hele dag aan executie, een hele dag aan overleg. Maar niet alles door elkaar.
  21. Ik ben een harde werker. Maar ik ben ook erg lui. Ik hou ervan dingen te doen in de minimaal benodigde tijd. Ik heb een zeer lage tolerantie voor karweitjes en repetitieve taken.
  22. Ik stel dingen die ik niet leuk vindt vaak uit.
  23. Ik kan me concentreren op de taak die voor me ligt als de motivatie hoog is, maar laat me vaak afleiden door iets vermakelijkers, interessanters of zorgwekkenders.
  24. Als ik niet in executiemodus ben, probeer ik mijn tijd te verdelen in twee delen: contact met anderen en nadenken. Ik heb beide in gelijke mate nodig om me productief te voelen (en te zijn).
  25. Ik hou van praten over werk, tegelijkertijd wil ik vaak genoeg alleen kunnen zijn. Lezen of gewoon met mijn computer klooien.
  26. Ik voel me niet verplicht dingen volgens het boekje te doen. Ik hou ervan om bezig te zijn met creatieve taken, waarbij regels doorbroken moeten worden om vooruitgang te boeken.
  27. Helaas ben ik niet bijzonder beleefd.
  28. Ik heb lange tijd mijn werkgerelateerde angsten en stress niet goed begrepen. Pas achteraf merkte ik dat mijn lichaam en geest me allerlei waarschuwingssignalen zonden. Door er veel over te praten leerde ik dit beter herkennen.
    1. Ik word in het bijzonder gestrest als ik geen opties heb en mezelf in het nauw heb gedreven.
    2. Als de druk extreem hoog is wil ik het liefst m’n bed niet uitkomen. Op die dagen voel ik me ongelukkig, angstig en prikkelbaar. Ik kan goed het hoofd koel houden in een storm, maar als ik gestrest ben kost me dat heel veel energie. Ik houd het lang vol, maar moet daarna even lang bijkomen.
    3. Nieuwe, onzekere, onverwachte, bedreigende of complexe situaties kan ik goed aan. Ik deins niet terug voor het onbekende. Behalve als ik gestrest ben.

Reacties

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.